Vertelde John Vanderaart in zijn vorige column nog over zijn reactie op belletjes van onbekende 06-nummers, deze keer loopt hij tegen een heel ander probleem aan: een e-mailadres.
Ik heb een dingetje lopen... Ik moet iets regelen voor ondernemingsraad (OR) van ons bedrijf. Om precies te zijn: "Accommodatie." Dat is op zich geen probleem, maar de vrouw van een van de OR-leden is hoogzwanger op het moment dat we van die accommodatie gebruik gaan maken. Het verzoek van de collega: "De OR-training graag in de buurt van vrouw en blij te verwachten spruit."
Zo'n verzoek kun je natuurlijk niet negeren. Alleen... Hij woont 'ergens aan het IJsselmeer' en daar ben ik – op hondensportvelden na – niet echt bekend. De nood die deugd maakt, is mijn zwager (de aannemer) die onlangs is neergestreken in Edam en dat is ook 'ergens aan het IJsselmeer'. Mijn zwager kent weer iemand in Edam en die kent weer iemand in Volendam en die gaat me in contact brengen met weer een horeca-tijgerin die in de genoemde contreien alle weggetjes weet.
Welnu, ik heb zojuist een mailtje binnengekregen van een dame die zomaar die horeca-tijgerin zou kunnen zijn. En nu komt mijn probleem: "Haar e-maildres." Iets met 'chantalbangkok' en een onduidelijke domeinnaam in een ver land. Misschien ben ik te correct, maar bij een dergelijk e-mailadres gaan mijn alarmbellen rinkelen.
Nog los van het feit dat ik zo'n e-mailadres niet kan meenemen in correspondentie waarbij OR-collega's meekijken. Ik kijk wel uit! De vertrouwenspersoon is dan meteen ge-contact wegens grensoverschrijdend, denk je ook niet?
Nader onderzoek is gewenst, want het kan ook zomaar zijn dat mijn zwager gekleed gaat in lolbroek en grapjas. Een bouwvak-gekkigheidje misschien?
Ik heb iets tegen 'verkeerde' e-mailadressen. Maar misschien is dat iets persoonlijks...